De deur van mijn werkplaats gaat open, er komt een meneer binnen met een klok in zijn handen. Het is een prachtige antieke Comtoise klok zoals die vroeger in de Franse Jura werd gemaakt. Voorzichtig legt hij hem op mijn werktafel en begint te vertellen.
Ik beloof hem er gelijk mee aan de slag te gaan. Voorzichtig haal ik het uurwerk uit elkaar en neem ik elk onderdeel zorgvuldig onder handen om vuil en slijtage te verwijderen. Dat voelt bijzonder, ongeveer tweehonderdvijftig jaar geleden heeft iemand met dezelfde zorgvuldigheid deze onderdelen gemaakt. Vaak gebeurde dit door boeren in de winter, wanneer er minder werk op het land was, zo konden ze toch zichzelf van een inkomen voorzien.
‘Zolang ik me herinner hebben we deze klok in de familie, mijn opa en oma woonden in Frankrijk, daar hing hij altijd aan de muur in de hal van hun boerderij. Als ik daar logeerde mocht ik de klok op zondag altijd opwinden, daarvoor moest ik op een laddertje klimmen om erbij te kunnen, mijn opa hield de ladder goed vast. Als de klok het uur sloeg kon je op het hele erf horen hoe laat het was en als je niet goed had opgelet sloeg de klok na twee minuten opnieuw zodat je het aantal slagen kon tellen. Nu hangt hij al jaren bij ons in de hal en kunnen wij elk uur overal in huis en in de tuin horen hoe laat het is. Tot vorige week vrijdag, toen stopte hij er ineens mee en ik krijg hem niet meer aan de gang. Ik had me niet gerealiseerd hoe erg ik aan het geluid gewent en gehecht ben geraakt, ik mis het verschrikkelijk. Kan jij hem weer maken?’
Sindsdien hebben verschillende klokkenmakers door de jaren heen dit uurwerk gerepareerd, vaak met dezelfde technieken zoals ik die nu nog gebruik. Ik kom een oude reparatie tegen van misschien wel honderd jaar oud, deze ziet er nog steeds netjes uit en ik maak het enkel schoon. De touwen waar de gewichten aan hangen zijn flink versleten, die vervang ik voor nieuwe. Er is altijd goed voor deze klok gezorgd, dat is te zien, alle onderdelen zijn nagenoeg in originele staat. De onderdelen die onderling voor wrijving zorgen zijn een beetje ruw geworden, deze polijst ik tot ze weer spiegelglad zijn. Door mijn nagel eroverheen te laten glijden kan ik voelen dat zelfs het kleinste krasje verdwenen is (naar mijn mening is dit de beste ruwheidsmeting).
Als ik elk onderdeel gehad heb en het hele uurwerk schoon is zet ik alle onderdelen weer op hun plek. Als laatste maak ik de klokkast schoon en netjes en hang ik de klok bij mij in de werkplaats aan de wand.
Tijdens mijn werk voel ik dat de energie die ik in deze klok stop op dat moment deel wordt van de geschiedenis van de klok. Daarmee gaat de tijd altijd verder en ontstaat er geschiedenis die steeds weer rijker wordt.
Ik geef de slinger een zetje en houd mijn adem in, zou hij het weer doen? Ja, hij doet het! Met een tevreden gevoel laat ik mijn adem ontsnappen, deze klok kan nog vele generaties meegaan. Door tijd en aandacht komt elk object tot leven en een dierbaar object verdient het om in leven te blijven.